Verschuiving tweedelijnszorg naar eerstelijnszorg

Verschil tussen de tweede en eerstelijnszorg en de historische context.

Een taart is vaak verdeeld in verschillende niveaus. Zo is er een laag cake, chocolade en jam. Dit is ook zo in de gezondheidszorg. In de gezondheidszorg zijn er twee lagen behandelniveaus. Deze behandelniveaus noemen we de eerste en tweedelijnszorg, ook wel echelons genoemd.

Eerstelijnszorg, ook wel generalistische zorg genoemd, is het type zorg dat voor iedereen toegankelijk is en waar iedereen gebruik van kan maken. In de eerstelijnszorg speelt de huisarts de centrale rol. De huisarts stelt als eerste de diagnose en verwijst je, waar nodig door. Onder eerstelijnszorg verstaan we onder anderen:

  • Huisartsen

  • Tandartsen

  • Maatschappelijk werk

  • Thuisverpleging

  • Apothekerszorg

Tweedelijnszorg, ook wel specialistische zorg, is het type zorg waarvoor je een doorverwijzing (meestal van de huisarts) nodig hebt. De meest gebruikte hulp in de tweedelijnszorg is de hulp van specialisten in het ziekenhuis. Onder de tweedelijnszorg verstaan we onder anderen:


  • Specialisten in het ziekenhuis

  • Specialisten in een kliniek

  • Psychische hulp

  • Revalidatiehulp

De zorgsector groeit en de kosten stijgen rap. In de tweede helft van de vorige eeuw groeide de bevolking en ook de economie aanvankelijk snel. Er werd zorg geleverd als er vraag was. Dit kwam mede doordat mensen steeds ouder werden, en nu eenmaal niet het hele leven zonder beperkingen door wilde brengen. Daarbij nam ook de vraag naar zorg toe, met name de vraag naar care. Ook waren er steeds meer technische ontwikkelingen op het gebied van zorg. Er kwamen meer beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, instellingen en ziekenhuisbedden. In de ene regio overigens meer dan in de andere regio, en niet overal was er evenwicht en samenhang te ontdekken tussen al die beroepsbeoefenaren en organisaties. Dat ging door totdat de kosten in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw bleven stijgen.

De overheid besteedde de volgende  decennia tot de millenniumwisseling aan organisatie- en kostenbeheersing. Organisatiebeheersing door meer lijn te brengen in het zorgaanbod (wie biedt welke zorg aan), en kostenbeheersing door het aantal beroepsbeoefenaren of hun vestiging te beperken, een vergunningstelsel op te zetten voor het bouwen van instellingen, een maximum te stellen aan het aantal ziekenhuisbedden in een regio en door tarieven vast te stellen. Dat hielp wel wat, maar niet voldoende. Later, in de jaren tachtig van de vorige eeuw, werd de budgetfinanciëring ingevoerd: instellingen kregen een vast budget per jaar. Op deze manier probeerde de overheid greep te krijgen op het aanbod (aanbodregulering). Dat ging een tijd goed, maar door bezuinigingen die tegelijkertijd werden doorgevoerd, leidde dat toch tot problemen zoals lange wachtlijsten. In deze periode is de verschuiving van tweedelijnszorg naar eerstelijns zorg ontstaan.

In 1974 was er al sprake van een deling in het zorgsysteem. Heel voorzichtig begon er al een vage lijn te ontstaan tussen de eerstelijns en tweedelijnszorg.



Nationaal en internationaal perspectief

Door de verschuiving van de tweedelijnszorg naar de eerstelijnszorg ontstaan er nationaal en internationale allerlei verschillende knelpunten en vragen. Nationale knelpunten en vragen die ontstaan zijn:

  • Bekostigen van declaraties

    • Wie mag er declareren?

    • Moeten de ouderen zelf declareren of mogen zij mensen machtigen?

    • Declareren de huisartsen op dezelfde manier als de specialisten?

    • Verschil van declaratiesysteem van huisartsen en ziekenhuizen?

    • In welke eerstelijns situaties wordt het wel vergoed en wanneer niet?

  • Leveren van zorg

    • Wie bepaalt welke zorg ouderen in een verzorgingshuis nodig hebben, en of dit eerste en/of tweedelijnszorg is?

    • Wordt de zorg bepaald op medisch- of financieel gebied?

    • Welke specialistische zorg kan een huisarts leveren, is dit genoeg afgericht op de ouderen?

    • Wordt tweedelijnszorg niet te snel verschoven naar eerstelijnszorg?

    • Het vervoer van ouderen van plek naar plek, valt dit onder eerstelijnszorg of niet?

    • Hoe vaak worden er spreekuren van specialisten georganiseerd in de eerstelijnszorg?

  • Transparantie (helderheid)

    • Wat bepaalt de zorgverzekeraar?

    • Wat bepaalt de zorgaanbieder?

    • Wie bewaakt de kwaliteitseisen

    • Worden kwaliteitseisen regelmatig getoetst en vergeleken?

Internationaal gezien zullen bovengenoemde knelpunten nog zwaarder wegen. Het is al een hele opgave om het nationaal helder te krijgen. Internationaal zijn er nog meer obstakels. Ouderen in een verzorgingshuis komen niet vaak in het buitenland maar als dit wel het geval is kunnen de volgende knelpunten ontstaan:

  • Worden alle gegevens van de eerstelijnszorg net zo goed opgeslagen en bewaard als bij de tweedelijnszorg?

  • Valt zorg in het buitenland onder eerste of tweedelijnszorg?

  • Wordt de behandeling in het buitenland wel vergoed?

In Duitsland wordt onderscheid gemaakt tussen eerste-, tweede- en derdelijnszorg. Eerstelijnszorg is de medische zorg door de huisarts. Met tweedelijnszorg wordt de zorg door vrijgevestigde medisch specialisten bedoeld. In de regel wordt de patiënt doorverwezen door de huisarts, die als een soort zorgcoördinator voor de tweedelijnszorg fungeert. Patiënten kunnen ook zonder verwijzing van hun huisarts naar een specialist

In Engeland is iedereen gratis verzekerd. Gratis moet hier feitelijk tussen quotes worden gelezen, want uiteindelijk wordt alles toch betaald door de belastingbetalers. Maar het feit is wel dat men in Engeland geen aparte zorgverzekering hoeft af te sluiten, want iedereen kan gewoon terecht bij huisarts en zorgverleners en de rekening wordt door de overheid betaald (via de zogenaamde National Health Service, de NHS). Dit klinkt in elk geval wel eenvoudig en comfortabel! Maar werkt het ook goed? De kwaliteit van de Engelse zorg staat niet al te hoog aangeschreven. Zo heeft men onder andere te maken met lange wachttijden. Wil men betere zorg? Dat kan wel, middels een particuliere verzekering. Dit is echter een dure oplossing die alleen voor de rijkere mensen een optie is. Er is geen duidelijke verdeling zoals in Nederland en Duitsland in eerste en tweedelijnszorg. Wel moeten de cliënten zich eerst melden bij de huisarts.

Het zorgstelsel in Frankrijk heeft een goede naam. De kwaliteit is goed en het is een zeer solidair stelsel. Iedereen is verplicht verzekerd en deze verzekering wordt door de werkgever of door de Franse overheid betaald. Voor werknemers geldt dat zij via de salarisstrook zelf ook een bedrag betalen aan het ziekenfonds. Er zijn wel meerdere ziekenfondsen, maar deze bieden een nagenoeg zelfde pakket vergoedingen aan tegen dezelfde prijzen. In die zin is er zeker een verschil met Nederland, waar de verschillen tussen polissen behoorlijk groot zijn. Naast het ziekenfonds kan men in Frankrijk ook nog aanvullend een zorgverzekering afsluiten voor een aantal extra vergoedingen. Frankrijk heeft net als Nederland een verdeling in de zorg. Zij hebben alleen geen 3 verdelingen gemaakt maar 4. De ouderenzorg in Frankrijk is net als de rest van het stelsel, erg solidair en goed georganiseerd.

In Zweden is de zorg net als in Engeland voor iedereen 'gratis' en toegankelijk. De kosten van de zorg worden volledig gefinancierd vanuit de rijksbegroting. Wel is er sprake van een eigen risico zodra er gebruik wordt gemaakt van de zorg, maar de hoogte van dit eigen risico valt goed te overzien. In tegenstelling tot Engeland heeft de zorg van Zweden een zeer goede reputatie. Hoogwaardige kwaliteit is wat men biedt, en voor iedereen toegankelijk. Wat verder opvallend is aan het Zweedse zorgstelsel is het feit dat patiënten vanaf hun 65 zijn aangewezen op zorgverlening die geregeld is vanuit de gemeente waar men woont. Tot het 65e levensjaar kan men terecht bij de landelijke zorgverleners. Er is in Zweden ook sprake van een eerste- en tweedelijnszorg stelsel. Er is in zweden geen derdelijns. Over het algemeen is de lijn tussen de eerste en tweedelijnszorg in zweden erg duidelijk en strak. De gemeente is dus ook verantwoordelijk voor de ouderen in een verzorgingshuis. De ouderen hebben dit dus zelf niet in de hand en zijn voor de kwaliteit afhankelijk van de gemeente.

In Canada zijn alle inwoners verzekerd voor de zorg via een universeel - weliswaar regionaal - verzekeringsprogramma. De regering heeft dit systeem opgezet en bepaald, maar vervolgens delegeert men de uitvoering naar regionale gezondheidsautoriteiten. De zorgverleners krijgen een vergoeding voor verrichte behandelingen vanuit deze gezondheidsautoriteiten, op basis van vooraf vastgestelde norm tarieven per soort behandeling. Je kan dus zeggen dat er ook hier een verdeling is van de eerstelijnszorg en tweedelijnszorg.

In China is er de ambitie om in 2020 een zorgstelsel te hebben waarin toegankelijke, goede en betaalbare zorg kan worden geleverd aan alle inwoners van China. Op dit moment is dat zeker nog niet het geval. Nu moeten Chinezen vaak nog uren reizen om in een ziekenhuis te komen en vaak is men zelf verantwoordelijk voor de betaling van de ziekenhuisnota. Dit kan een grote aanslag zijn op het vermogen van een gemiddelde Chinees. Er is geen sprake van eerstelijns en tweedelijnszorg. Huisartsen in China is een vaag begrip. De chinezen gaan vaak direct naar het ziekenhuis.

Overheidsbeleid ten aanzien van de verschuiving tweedelijnszorg naar eerstelijnszorg en wet en regelgeving.

De blik van de overheid is als volgt:

Substitutie is het vervangen van een (deel van een) bestaande hulp door een ander soort hulp, waarbij de oorspronkelijke hulp bestaan blijft voor de patiënten die die hulp kregen. Substitutie van zorg van de tweede naar de eerste lijn is, vooral vanwege kostenoverwegingen, een belangrijk thema in het gezondheidszorgbeleid sinds de invoering van de echelonnering (stappen die je doorloopt in een zorgtraject) in de zorg (verdeling nulde, eerste, tweede en derde lijn) met de poortwachtersfunctie van de huisarts (de huisarts bepaalt de eventueel te volgen route voor de patiënt). In de structuurnota uit 1974 werd er gesproken over het feit dat patiënten niet onnodig in een hoger echelon moesten komen en ervoor te zorgen de zorg/voorzieningen zo dicht mogelijk bij de patiënt te brengen. Ook pas geleden zei de minister van VWS dat substitutie naar onnodige zwaardere zorg moet worden voorkomen en dat men moet zorgen dat specialistische zorg moet verschuiven naar eenvoudige zorg. De zorg voor kwetsbare ouderen is vaak te groot en ingewikkeld voor de huisarts. De specialist zorgt ervoor dat deze ouderen de juiste hulp krijgen, waarbij er goede afspraken gemaakt worden tussen zorgverleners en welzijnsorganisaties. Zo kan worden voorkomen dat kwetsbare ouderen onnodig worden doorverwezen naar de tweede lijn. Dat zorgt voor meer welbevinden van de oudere patiënten en helpt bij het reduceren van zorgkosten. Daarnaast is er in 2014 wat betreft de geestelijke gezondheidszorg een stelselwijziging doorgevoerd waarin sprake is van een getrapt zorgmodel in drie echelons


Nationale en internationale gezondheidszorg- en welzijnsorganisaties die zich bezighouden met dit tweedelijns en eerstelijnszorg en ouderen in een verzorgingshuis.

Zowel nationaal als internationaal zijn er organisaties die zich bezighouden met het verloop van het zorgstelsel. Ze zorgen ervoor dat de cliënt de beste zorg krijgt die ze verdienen. Hieronder hebben we een lijst staan met nationale in internationale hulpverleningsorganisaties die betrekking hebben op de eerste en tweedelijnszorg voor ouderen in een verzorgingshuis en voor de mantelzorgers.

Nationale organisaties voor mantelzorgers (informele hulpverlening)

  • Mezzo → mezzo is een landelijke vereniging voor iedereen die zorgt voor een naaste. Ze bieden zowel mentale als fysieke hulp bij iedere mantelzorger. Ze gaan persoonlijk in gesprek met de mantelzorger en waar nodig is lopen ze een dag mee. Ze bieden open dagen aan waarbij iedere mantelzorger welkom is.

  • Mantelzorgelijk → Dit is een organisatie die staat voor alle mantelzorgers. Zij zorgen ervoor dat mantelzorgers actief geholpen en gesteund worden waar nodig.

Nationale organisaties voor de ouderenzorg en de lijnszorg (formele hulp)

  • Inspectie voor de gezondheidszorg is een landelijke organisatie die de lijnzorg voor ouderen en andere doelgroepen controleert. Niet alleen de lijnzorg maar ook de zorg zelf wordt beoordeeld door deze organisatie.

  • Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) controleert op welke zorg u als oudere recht heeft. Ze gaan in gesprek met de cliënt en vanuit deze situatie proberen ze de juiste inschatting te maken.

  • Het Nationaal Ouderenfonds staat voor de kwetsbare ouderen in Nederlands. Ze brengen nationaal het probleem onder de aandacht. Ze zorgen voor dagjes uit in groepen zodat de ouderen minder eenzaam zijn. Ook helpen ze ouderen persoonlijk, bijvoorbeeld met de administratie.

  • De organisatie Movisie werkt aan de zelfredzaamheid van ouderen. Samen met de cliënt maken ze een plan en bekijken ze wat de oudere zelf nog kan uitvoeren.

  • InEen is een organisatie die de eerste lijnzorg organiseert. InEen wil de organisatiegraad van de eerstelijnszorg verbeteren. Ze winnen informatie in bij verschillende zorgaanbieders maar ook bij zorgvragers.

Internationale organisatie (internationaal)

  • SU international (internationaal) is een zorgorganisatie wat internationaal functioneert. Het helpt bij doorverwijzingen en samenwerkingen. Ze helpen alle informatie te orderenen en ze helpen bij persoonlijke vragen en klachten.

  • Asklepios (Duitsland) is een zorgorganisatie voor ouderen. Zij staan voor alle zorgproblemen waar ouderen tegen aan lopen. Ze organiseren uitjes zodat de ouderen zich minder kwetsbaar en eenzaam voelen en helpen waar nodig persoonlijk.

  • Similes helpen mantelzorgers in Belgie. Geven advies en waar nodig steun.

  • National Health System → NHS (England) Dit is het zorgbeleid van de overheid in Engeland. Iedereen in Engeland valt hieronder, zij hebben geen vrije keus. Er zijn uitzonderingen, dit zijn de mensen die voor particuliere zorg kiezen.

  • Strategic Health Authorities (England)

  • Primary Care Trusts → PCT's (England)

  • Topaz Vlietwijk (Canada) zorgt voor woningen voor ouderen. Dit zodat zij op hun oude dag zorgeloos naar een goed plekje kunnen. Vaak organiseren ze deze woningen zo dat er meerdere ouderen bij elkaar in de buurt of om de hoek zitten. Zo ontstaat er niet alleen een nieuw plekje, maar onstaan ook nieuwe sociale contacten.

Onze visie

De echelons in Nederlands zijn in vergelijking met andere landen oké. Er zijn een aantal verbeterpunten. 

Onze visie op een goede aanpak is als volgt:

  • Er moeten duidelijke lijnen komen tussen eerstelijnszorg en tweedelijnszorg.

  • De taakverdeling moet transparant zijn, zowel voor de huisarts als de cliënten.

  • Er moeten duidelijke lijnen komen tussen de zorg die wel vergoed gaat worden en de zorg die niet vergoed wordt.

  • Nationaal moet alles optimaal transparant zijn.

  • Binnen de E.U.  moeten dezelfde afspraken gelden, deze moeten regelmatig gescreend worden.

  • Met landen buiten de E.U. moet in ieder geval essentiële informatie uitgewisseld  kunnen worden

  • Zorgkosten dienen ongeveer gelijk van niveau te zijn

Knelpunten tussen formele en informele hulpverlening (mantelzorgers) kunnen voorkomen worden door:

  • Samenwerken → zie mantelzorgers als collega en niet als mindere. Overleg over de te geven zorg.

  • Ondersteunen → soms wordt de mantelzorger zelf cliënt als de zorg te zwaar wordt, dit signaleren is belangrijk. Biedt hen dan hulp aan

  • Faciliteren → meestal is de mantelzorger een naaste. Professionals moeten dit zien en faciliteren, bijvoorbeeld door middel van meer privacy.

  • Afstemmen → de mantelzorger en de zorgvrager zijn meestal al een leven lang samen. De mantelzorger is in dit geval dus een expert m.b.t. hobby's, eten, tijd voor slapen etc. Professionals moeten het belangrijk vinden dit af te stemmen. 

Bronnen:

https://www.ehealth24.info/index.nl

Kempers, H. (2016, 02 maart). alle zorgvergoedingen. Geraadpleegd van https://www.allezorgvergoedingen.nl/index.php/zorg-in-nl/overige-informatie/hoe-hebben-andere-landen-in-de-wereld-hun-zorgstelsel-ingericht

NZG. (2016). Nationale zorggids. Geraadpleegd van https://www.nationalezorggids.nl/ouderenzorg/paginas/organisaties-en-diensten.html

TOPAZ. (2016, 01 april). Canadese zorgprofessionals enthousiast over Topaz Vlietwijk. Geraadpleegd van https://topaz.nl/nieuws/2016/april/canadese-zorgprofessionals-enthousiast-over-topaz-vlietwijk/

NIVEL, Van Dijk, C. E., Korevaar, J. C., Jong, J. D. de, Koopmans, B., Dijk, M. van, & Bakker, D. H. de. (2013). Ruimte voor substitutie? Geraadpleegd van https://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/Nivel_Kennisvraag_Substitutie_definitief_webversie.pdf

https://assortiment.bsl.nl/files/ae433e0c-c435-4c42-9706-2a8ecf95529c/introductieindegezondheidszorgph.pdf


Website gemaakt door Ivonne Schurink en Marlie Nuchelmans
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin