Vergrijzing

Uitleg vergrijzing en historische context.

De term vergrijzing kom je vaak tegen maar wat betekent dit nu eigenlijk? Vergrijzing is een term voor de toenemende 65-plussers. We zien duidelijk een toename van het aantal ouderen in de bevolkingssamenstelling. Het is voor het eerst in de geschiedenis dat mensen zo oud worden. Welke gevolgen heeft dat op sociaal cultureel, economische en maatschappelijk niveau? We blikken eerst terug in de tijd.

Vroeger leefden mensen minder lang, de leefomstandigheden waren slecht en mensen moesten vooral fysieke arbeid verrichten om te kunnen overleven. In 1900 moest je met 15 jaar al aan het werk, er waren geen voorzieningen. Als je niet kon werken ging je dood omdat je geen inkomen had. Vroeger werkte je dus tot aan het overlijden. Er was geen pensioen zoals we dat nu kennen. Pas vanaf 1956 werd de AOW ingevoerd. Kijkend terug in de tijd dan zien we dat er vroeger meer kinderen werden geboren. Er waren geen voorbehoedsmiddelen, er werd geen voorlichting gegeven en er waren geen preventieve maatregelen. De gezinssamenstelling was veel groter. De babyboomers (mensen die geboren zijn in de periode 1945-1960) komen meestal uit deze grote gezinnen maar hebben zelf minder kinderen gekregen. Dit zijn de mensen die na de Tweede Wereldoorlog zijn geboren. Deze groep heeft een grote welvaartsgroei gekend, hadden meer te besteden en hoefde veel minder fysieke arbeid te verrichten. De babyboomers leven dus langer en dit heeft directe gevolgen voor de vergrijzing.

We kunnen spreken van meerdere generaties ouderen. De groep van 90 jaar, die geboren zijn in de jaren '20, de groep ouderen van midden 70 en de babyboomers. Deze generaties ouderen die nu leven, zijn mondiger en welvarender en leven langer.

Nationaal en internationaal perspectief en de consequenties.

De vergrijzing speelt niet alleen in Nederland. De World Health Organisation (WHO) heeft onderzocht dat er een wereldwijde vergrijzing gaande is. Het aantal ouderen is in veel landen groter dan daarvoor. En dit aantal zal doorgroeien door de lage geboortecijfers en de hogere levensverwachting.

Door deze wereldwijde bevolkingstoename zal de druk hoger komen te liggen als het gaat over huisvesting, infrastructuur, mobiliteit, werkgelegenheid, gezondheid en welzijn.

De Europese Unie heeft het thema vergrijzing hoog op de agenda staan. De druk op de overheidsuitgaven loopt op. Er komen steeds meer en hogere uitgaven voor het pensioen en de zorg, hierdoor slokt dit veel van ons bruto nationaal product op (bnp). Het beleid zal aangepast moeten worden om economisch mee te kunnen blijven draaien.

De vergrijzing heeft grote gevolgen op sociaal-economisch gebied. De inkomsten uit de belastingen zullen bijvoorbeeld moeten stijgen om de welvaart van de pensioensuitkeringen te kunnen handhaven. Het beleid van de overheid zal drastisch aangepast moeten worden.

Door een tekort aan werkend personeel, zal er een groot arbeidstekort ontstaan, wat vervolgens weer grote economische gevolgen heeft. In heel Europa is de marktwerking in werking gezet. Er zal efficiënter gewerkt moeten worden in verzorgingstehuizen met oog voor de kwaliteit. Het is een optie om marktwerking als oplossing in te zetten voor de toenemende vergrijzing. Met marktwerking heeft de overheid geprobeerd de kosten laag te houden door vraag en aanbod op elkaar af te stemmen en verzorgingshuizen met elkaar te laten concurreren. De overheid bepaalt aan welke voorwaarden de afstemming van vraag en aanbod zou moeten voldoen (Trappenburg, 2008:171). Uiteindelijk zou de prijs dan lager uit moeten vallen voor de bewoners. Hier komt een duidelijk risico om de hoek kijken: Managers proberen de prijs zo laag mogelijk te houden waardoor de kwaliteit van de zorg omlaag gaat. Dat zien we nu in veel verzorgingshuizen gebeuren.


Overheidsbeleid.

Er komt een nieuwe fase aan met thema's als decentralisatie, eigen kracht en een participatiemaatschappij. De druk op de zorg neemt steeds meer toe door vergrijzing en de bijbehorende bezuinigingen. Het overheidsbeleid zal zich meer moeten focussen op een goede samenwerking tussen mantelzorgers, vrijwilligers de zogenaamde informele zorg en aan de andere kant de professionele beroepsgroep (formele zorg).

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) houdt zich bezig met het ouderenbeleid. Zij controleert of de verschillende ministers en staatssecretarissen hun beleid voor ouderen op elkaar afstemmen, ze coördineert op knelpunten en is het aanspreekpunt voor het ouderenbeleid. Zelfstandigheid en maatschappelijke participatie van ouderen is sinds de jaren zeventig een belangrijk uitgangspunt van het beleid van de Rijksoverheid. Het beleid van de overheid is erop gericht om de overheidsuitgaven niet te hoog te laten oplopen. Wanneer deze kosten wel oplopen kan dat grote gevolgen hebben voor pensioenen, gezondheidszorg en dienstverlening aan ouderen. Overheidsfinanciën zijn sterk afhankelijk van de bevolkingssamenstelling. Door de huidige vergrijzing lopen deze kosten sterk op.

De volgende beleidsthema's zullen ter sprake komen:

1. Het financieel-economisch draagvlak en de houdbaarheid van overheidsfinanciën.

2. Het bevorderen van arbeidsparticipatie en de behoefte een intensieve begeleiding in de dienstverlening, in de zorgsector.

3. Het woningbouwbeleid: van intramurale zorg naar extramurale zorg.

4. Meer gericht op arrangementen die op maat zijn gesneden in plaats van collectieve arrangementen.

5. Sociaal-culturele ontwikkelingen, waaronder veiligheid en het toenemend aantal allochtone ouderen.

De overheid heeft een aantal maatregelen ingezet om de overheidsfinanciën omlaag te krijgen.

  • Belastingverhoging
  • Decentralisatie van zorg naar de gemeenten.
  • Bezuinigen op de overheidsuitgaven (uitgaven openbaar bestuur, collectieve ZVW, collectieve uitgaven gefinancierd uit de AWBZ).
  • Versobering fiscale voordelen eigen huis.
  • Geleidelijke afschaffing AOW-premie (fiscalisering AOW).
  • Verhoging pensioenleeftijd.
  • Versobering van de pensioenen.
  • Verminderen wajongers en verkorten van de WW-uitkering.
  • De formele zorg (overheid, beleidsmakers) moet zich verder richten op het Inzetten van

mantelzorgers en vrijwilligers (informele zorg).

Het EU-beleid is erop gericht om gezinnen te stimuleren meer kinderen te krijgen. Meer gelijke kansen op de arbeidsmarkt voor mensen met kinderen en flexibele werktijden. Maar ook verbetering van de kinderopvang en recht op ouderschapsverlof voor beide ouders. Een tweede beleidspunt van de EU is dat we in bepaalde landen niet zonder hulp kunnen van buitenaf, dus de integratie en opvang van migranten is een belangrijk punt. Een derde beleidspunt van de EU is het verhogen van participatie van vrouwen en oudere werknemers.

Bronnen:

https://www.europa-nu.nl/id/vhscjefsjypz/vergrijzing_in_de_europese_unie

https://hrosph.wordpress.com/category/maatschappij/vergrijzing/

https://www.cpb.nl/sites/default/files/publicaties/download/cpb-boek-12-minder-zorg-om-vergrijzing.pdf

https://www.pbl.nl/sites/default/files/cms/publicaties/PBL_2013_Vergrijzing%20en%20ruimte_450.pdf

https://www.parlementairemonitor.nl/9353000/1/j9vvij5epmj1ey0/vi3alx9j27l9

                            






                            


                             WHO(2015)


Betrokken nationale en internationale organisaties.

Rondom vergrijzing zijn er tal van organisaties betrokken. Een aantal daarvan wil ik verder toelichten.

Het Nationale Ouderenfonds is een landelijk goed doel. Deze organisatie werkt nauw samen met andere organisaties zoals de overheid, Humanitas, Leger des Heils, et cetera. Ze hebben als gezamenlijk doel om de ouderen een leven te laten leiden die bij hun past. Ze doen mee aan een netwerk om de kwaliteit van leven van ouderen te bevorderen. Ook maken zij deel uit van een internationaal netwerk. Ze werken samen met Ngo's, onderzoekscentra, overheden en bedrijven. Zo bedenken zij oplossingen voor de druk op zorg en welzijn door vergrijzing. Zo denken ze bijvoorbeeld mee de zorg binnen verzorgingstehuizen beter te verdelen. Ook betrekken ze ouderen in hun projecten door te participeren.

The World Heatlh Organisaation heeft als voornaamste doel wereldwijd verschillende thema's op het gebied van gezondheidszorg in kaart te brengen. Ze organiseren en coördineren daarnaast allerlei events op het gebied om de gezondheid van de wereldbevolking te verbeteren. WHO heeft een rapport uitgebracht, World Report On Ageing and Health (2015), wat gaat over de vergrijzing en de thematiek daaromheen. Een nieuwe kijk op ouder worden en wat deze generaties nodig hebben voor zorg.

Het Nationaal programma Ouderenzorg (NPO) wil de kwaliteit van de zorg voor ouderen verbeteren. Binnen de NPO werken ongeveer 650 organisaties samen. Ze doen onderzoek, experimenten en bieden ondersteuning. De opdrachtgever van NPO is het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Ouderenbonden behartigen de belangen van ouderen. Regionaal zijn er verenigingen die zich hard maken voor deze doelgroep. Ze organiseren allerlei activiteiten en programma's op het gebied van gemeentelijk ouderenbeleid, wonen, huisvesting, et cetera.

Planbureau voor de Leefomgeving is een nationaal instituut, zij maken beleid op het gebied van milieu, natuur en ruimte. Deze instantie verricht onafhankelijk en wetenschappelijk gefundeerd onderzoek. De vergrijzing heeft gevolgen voor de woningmarkt omdat ouderen niet of nauwelijks verhuizen waardoor er minder doorstroom is.

Het Centraal Planbureau (CPB) is een onderdeel van het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken en maakt economische prognoses en analyses. Als onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken (dus geen zelfstandig bestuursorgaan, zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek is) heeft het CPB-toegang tot vertrouwelijke beleidsinformatie en kan het dus een oordeel geven over de beleidsmaatregelen die in het kabinet worden overwogen. In het kader van zorg en vergrijzing heeft het CPB diverse studies uitgebracht omtrent de lange termijn impact van het beleid voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. De vraag die centraal staat luidt als volgt: Is het huidige niveau van overheidsvoorzieningen vol te houden in de verre toekomst, zonder aanpassingen in de collectieve inkomsten en uitgaven? Bij het beantwoorden van deze vraag wordt vooral gekeken of toekomstige generaties van dezelfde overheidsvoorzieningen kunnen profiteren als de huidige. Voorbeelden hiervan zijn:

Het CPB draagt bij aan het inzichtelijk maken voor zowel de overheid als ook de zorginstellingen waar zij rekening mee dienen te houden in de toekomst. Dit is van toepassing op beleid, strategie en bedrijfsontwikkelingen binnen de zorg

Visie en mening .

De vergrijzing en de ouderenzorg gecombineerd met de wens van de overheid om het overheidstekort terug te dringen, levert duidelijk een krachtveld van tegenstrijdige belangen op. De samenleving eist een humaan en betaalbare oplossing voor de verzorging van ouderen, terwijl het overheidsbeleid van marktwerking en bezuinigingen vooral gericht is op het zo goedkoop mogelijk leveren van een minimale zorg. Hierdoor komt duidelijk naar voren dat marktwerking en zorg geen ideale combinatie zijn. Echter het dient de samenleving ook niet om de zorg als een bodemloze put van kosten op te zetten. De oplossing zit hier in het formuleren van een aantal kernwaarden. De zorg dient betaalbaar te zijn, maar ook te voldoen aan een basisniveau van kwaliteit en aandacht voor de zorgvrager. Marktwerking kan ingezet worden om deze beide waarden goed te vertegenwoordigen in de zorg. Een goed voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de energiesector of telecom. Kwaliteit van diensten en betaalbaarheid gaan door marktwerking hand in hand.

Het is echter van groot belang dat de overheid hierin een duidelijke en sturende rol heeft en zich niet terugtrekt achter het excuus van totale marktwerking, aangezien dit niet heeft geleid tot de gewenste resultaat. Om de overheid hierbij te assisteren zou vanuit de diverse zorgorganisaties, patiënten/zorgvraag groepen en de burger een duidelijke kwaliteitsnorm voor zorg moeten worden geformuleerd. Deze norm zou de basis moeten zijn voor de aanbesteding en uitvoering van de zorg. Deze groep van belanghebbenden zou geformaliseerd dienen te worden binnen het besluitvormingsproces als adviesgroep waarin het advies telkens wordt meegenomen als leidend, qua kaders voor het uiteindelijke overheidsbeleid.

Vergrijzing is een onderwerp dat, vanwege de steeds groter wordende groep, aandacht en zorg nodig heeft. Het behoeft, zorg, geld, planning en bovenal een duidelijke visie, die gekenmerkt moet worden door begrip voor het onderwerp en de, toch kwetsbare, doelgroep. Duidelijk is ook dat het niet mogelijk is om een soort 'one size fits all' beleid in te zetten. In grote lijnen dient een goed algemeen beleid gevormd te worden, waarbij ruimte is voor het individu en de uitzondering. Hierdoor kan een beleid neergezet worden, wat de mensen die gevochten hebben voor het creëren van de verzorgingsstaat, ook het vooruitzicht geeft op een veilige en verzorgde oude dag en dat geldt ook voor de toekomstige generaties.

Website gemaakt door Ivonne Schurink en Marlie Nuchelmans
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin